OefeningenWerkwoordstijdenVervoeging van werkwoordenNaamvallenSubstantieven en lidwoordenBijvoeglijk naamwoorden
TegenstellingenVerbuigingUitgangenDe overtreffende trap De vergrotende trapComparatief en superlatief
GetallenVoornaamwoordenBijwoordenVoorzetselsVoegwoordenDuitse zinnenLijdende vorm
Vervoeging van werkwoordenWoordenschat
Oefeningen-Bijvoeglijk naamwoorden-Comparatief en superlatief

De vergrotende en overtreffend trap in het duits

In deze oefening worden deze vervoegingen door elkaar heen gevraagd, in elke zin moeten beiden worden ingevuld. Bij bijvoorbeeld de zin "de boom is oud" moeten de vervoegingen ouder en oudst worden ingevuld.

Oefeningen

Vorbeeld: warm - wärmer - am wärmsten

1.) schwer - - am

2.) lustig - - am

3.) schmal - - am

4.) langsam - - am

5.) traurig - - am

6.) schön - - am

7.) einfach - - am

8.) breit - - am

9.) leicht - - am

10.) billig - - am

11.) gut - - am

12.) tief - - am

13.) schnell - - am

14.) schlecht – - am

15.) klein - - am

16.) teuer - - am

17.) lang - - am

18.) jung - - am

19.) alt - - am

20.) hoch - - am

21.) stark - - am

22.) kurz - - am

23.) groß - - am

24.) schwach - - am

Controleer antwoorden >>

Alle oefeningen van "Vervoeging"

Wie we zijn? Voorwaarden Privacy