Nominatief, accusatief of datief
In deze oefening werken we met de nominatief, de accusatief en de datief, oftewel het onderwerp, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp. Dit zijn drie meest gebruikte naamvallen in het Duits. Bepaal in welke naamval de zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, voornaamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden geschreven moeten worden. Vervolgens kiest u de juiste vorm voor de verschillende woorden.