Der, die, das bij het zelfstandig naamwoord

In het Duits worden lidwoorden van zelfstandige naamwoorden verschillend gebruikt. Vrouwelijk wordt aangeduid met die, mannelijk met der en onzijdig met das. Deze worden in het Duits allemaal vervoegd wanneer er sprake is van een bijvoeglijk naamwoord. Kies bij deze oefening het juiste lidwoord bij het gegeven zelfstandig naamwoord.

Oefeningen

Vorbeeld: a) der Morgen b) der Abend
1.) a) Bein b) Kopf

2.) a) Gesicht b) Mund

3.) a) Jahr b) Sekunde

4.) a) Essen b) Platz

5.) a) Haus b) Arbeit

6.) a) Brot b) Apfel

7.) a) Hund b) Stuhl

8.) a) Beispiel b) Antwort

9.) a) Woche b) Monat

10.) a) Wasser b) Buch

11.) a) Land b) Frage

12.) a) Stunde b) Tag

13.) a) Kind b) Mädchen

14.) a) Schule b) Lehrer

15.) a) Hand b) Arm

16.) a) Frau b) Mann

17.) a) Auge b) Ende

Controleer antwoorden >>

Alle oefeningen van "Vervoeging"

Wie we zijn? Voorwaarden Privacy