Oefeningen-Voornaamwoorden-Betrekkelijke voornaamwoorden

Betrekkelijke voornaamwoorden

Betrekkelijke voornaamwoorden wijzen terug naar iets dat al eerder in de zin genoemd is. (De man die daar loopt...). De vorm van het betrekkelijk voornaamwoord is niet alleen afhankelijk van het geslacht van hetgeen waarnaar terugverwezen wordt, maar ook van de naamval waarin het betrekkelijke voornaamwoord staat.

Dit is een meerkeuzoefening. Kies uit de vier gegeven opties het juiste missende betrekkelijke voornaamwoord (natuurlijk in de juiste naamval!) Please also write short what these pronouns are and why it is worth to train the right usage.)

Oefeningen

Vorbeeld: Das ist das Haus, in dem meine Freundin wohnt.

1.) Das ist die Familie, neben uns wohnt.

2.) Wir brauchen einen Hund, mit wir abends spazieren gehen können.

3.) Die Katze, die Maus gefressen hat.

4.) Das Haus, wir letztes Jahr verkauft haben, war sehr schön.

5.) Die Freundin, mit er im Kino war, hat heute angerufen.

6.) Das sind die Nachbarn, gestern aus dem Urlaub zurückgekommen sind.

7.) Der Mann, im zweiten Stock wohnt.

8.) Ich bedanke mich für deinen Brief, ich heute erhalten habe.

9.) Das ist die Straße, in unser Auto steht.

10.) Das sind die Freunde, mit wir im Urlaub waren.

11.) Der Mann, das schöne Auto gehört.

12.) Das Mädchen, der große Hund gehört.

13.) Das sind die Vögel, ich etwas zu fressen gegeben habe.

Controleer antwoorden >>

Alle oefeningen van "Teksten"