Toekomende tijd II (Futur 2)
Met de Futur 2 druk je het vermoeden uit dat een handeling op dit moment afgesloten is of in de toekomst zal zijn afgesloten. Denk aan zinnen als “Hij zal wel gevallen zijn” en “Volgend jaar zal ik Duitsland gezien hebben”.
Om de Futur 2 te maken, heb je, net als bij de Futur 1, een vorm van “werden” nodig. Ook heb je het hulpwerkwoord “sein” of “haben” nodig en het voltooid deelwoord van het betreffende werkwoord:
“Hij zal wel gevallen zijn” “Er werd wohl gestürzt sein”
“Volgend jaar zal ik Duitsland gezien hebben” “Nächstes Jahr werde ich Deutschland gesehen haben”
Doordat er bij de Futur 2 een persoonvorm, hulpwerkwoord en voltooid deelwoord gebruikt worden, moet je goed opletten bij het maken van deze vorm!