OefeningenWerkwoordstijdenVervoeging van werkwoordenNaamvallenSubstantieven en lidwoordenBijvoeglijk naamwoordenGetallenVoornaamwoordenBijwoordenVoorzetselsVoegwoordenDuitse zinnen
Enkelvoud en meervoudDas of dassVraagwoordenVraag en antwoordBetrekkelijke bijzinnenDe ontkennende zin
Lijdende vorm
Vervoeging van werkwoordenWoordenschat
Oefeningen-Duitse zinnen-Enkelvoud en meervoud

Duitse zinnen in enkelvoud en meervoud

Hierbij moeten zinnen in het enkelvoud omgezet worden naar het meervoud. Let op; het onderwerp wordt in het meervoud geplaatst en hierdoor verandert ook het werkwoord, de bijwoorden en alle uitgangen.

Oefeningen

Vorbeeld: Meine Schwester hat blonde Haare. Meine Schwestern haben blonde Haare.

1.) Mein Bruder spielt Fußball.

2.) Der Mann spricht mit der schönen Frau.

3.) Der Hund spielt mit der Katze.

4.) Das Fenster und die Tür steht offen.

5.) Das Kind hat ein altes Buch gefunden.

6.) Das Haus hat eine schöne rote Tür.

7.) Meine Freundin liebt ihren Hund.

8.) Unser Lehrer isst einen roten Apfel.

9.) In der Schule arbeitet ein intelligenter Lehrer.

10.) In dem Garten wächst ein großer Baum.

11.) Vor dem Haus steht das neue Auto.

Controleer antwoorden >>

Alle oefeningen van "Vervoeging"

Wie we zijn? Voorwaarden Privacy