Onregelmatige werkwoorden
Oefening van de meest gebruikte onregelmatige werkwoorden. Dit zijn werkwoorden die uitzonderingen in hun vervoegingen hebben en lastig te groeperen zijn. Deze uitzonderingen zijn soms niet logisch en dienen dan ook gewoon uit het hoofd geleerd te worden. In deze oefening hebben de zinnen lege spaties en dienen gevuld te worden met de juiste vervoeging van het werkwoord. Hierbij dient gelet te worden op de vorm (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig). Voorbeelden van onregelmatige werkwoorden zijn: haben, sein, dürfen, sollen en werden.