Vervoegingen van de Duitse werkwoorden "sein" (zijn) en "haben" (hebben)
Dit is een oefening om ‘zijn’ en ‘hebben’ te leren onderscheiden. Deze werkwoorden worden vaak door elkaar gehaald in het gebruik, maar de betekenis van de woorden is totaal anders. Vul op de lege plek het correcte antwoord in. Ontleed de zin zo dat u weet welke persoonsvorm er gebruikt wordt en vervoeg het werkwoord dan op de juiste manier.