Wederkerende werkwoorden
Deze werkwoorden zijn extra lastig in het gebruik in een vreemde taal. Maar door goed te oefenen en te herhalen zal je dit ook zeker goed leren gebruiken. Wederkerende werkwoorden hebben een wederkerend voornaamwoord bij zich die vaak na het vervoegde werkwoord geplaatst wordt. Zoals bijvoorbeeld:
zich wassen - ik was me
zich vergissen - zij vergist zich
In deze oefening ga je het hele werkwoord vervoegen zodat de juiste vorm van het wederkerend werkwoord ingevuld kan worden. Hierbij dient gelet te worden op de vorm (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig) en de situatie.