Zelfstandige naamwoorden en lidwoorden
Een algemeen geldende regel in de Duitse taal , is dat alle zelfstandig naamwoorden met een hoofdletter worden geschreven. Lastiger is de toevoeging van lidwoorden. In de Nederlandse taal volstaat een “de” of “het”, wanneer een bepalend lidwoord gebruikt wordt. Nog makkelijker is de onbepaalde vorm. Die is “een” in de enkelvoudsvorm, terwijl in de meervoudsvorm het lidwoord zelfs weggelaten wordt.
Onze Oosterburen kennen in dat opzicht een meer geavanceerd gebruik van lidwoorden: niet alleen omdat die gekoppeld zijn aan het geslacht van het zelfstandig naamwoord en de meer- of enkelvoudsvorm, maar ook omdat ze – afhankelijk van de naamval – een andere vervoeging kennen. Om de verwarring nog wat groter te maken, worden sommige lidwoorden zowel onvervoegd als vervoegd gebruikt.
Zo kan met “der” zowel de mannelijke enkelvoudsvorm in de eerste naamval, als de vrouwelijke enkelvoudsvorm in de tweede naamval bedoeld worden. Een correcte beheersing van de Duitse taal geeft dus niet alleen de noodzaak bekend te zijn met het geslacht van het zelfstandig naamwoord, maar ook te letten op de positie van dit naamwoord in een zin en de naamval die daaraan gekoppeld is. Veel oefenen is het credo en daar bieden de opdrachten op deze website alle mogelijkheid toe.
Overzicht online oefeningen
not exercised | ||
not exercised | ||
not exercised | ||
not exercised | ||
not exercised | ||
not exercised | ||
not exercised |
Wie we zijn? Voorwaarden Privacy