Bezittelijke voornaamwoorden in het Duits
Bezittelijke voornaamwoorden geven een bezit aan (mijn huis, jouw kat). De Duitse bezittelijke voornaamwoorden zijn "mein", "dein", "sein", "ihr", "unser", "euer", "ihr" en "Ihr". Deze bezittelijke voornaamwoorden worden verbogen. Door goed te oefenen met de verschillende vormen, maak je je deze woorden eigen.
In deze oefening vul je het ontbrekende bezittelijke voornaamwoord in. Zorg ervoor dat je ook kijkt in welke naamval het bezittelijke voornaamwoord moet komen te staan!